Ondersteuning opleiding U15
Techniek
-
De basistechnieken zitten grotendeels goed: strakke passes (vrijspelen van medespelers) en gecontroleerd schieten onder druk.
-
Lateralisatie en voetenwerk worden verder ontwikkeld.
-
Dit is de fase van verfijning en automatisering van de verschillende technieken.
Spelvormen
-
Spelers wisselen regelmatig van functie, zodat ze alle posities leren spelen.
-
Complexere spelvormen worden aangeleerd.
-
Het samenspel wordt verder begrepen en geoefend.
-
Specifieke spelmomenten (bijv. druk zetten op de bal) worden doelbewust getraind.
-
Tactische principes zoals ruimte maken, door de korf bewegen, inzakkend spelen of variëren in speelwijze worden uitgelegd en toegepast.
Fysiek
-
De puberteit is volop bezig. De fysieke verschillen tussen jongens en meisjes zijn groot (meisjes bereiken hun groeipiek rond 12–13 jaar, jongens tussen 13–15 jaar).
-
Spelers worden sterker, sneller en groter, maar kunnen in de groeispurt tijdelijk wat onhandiger bewegen.
-
Het uithoudingsvermogen kan getraind worden via interval- en duurtraining. Let op: start hiermee pas na de groeispurt, wanneer hart en longen volgroeid zijn. Een rustige opbouw is cruciaal.
-
Krachttraining met lichte gewichten kan na de groeispurt voorzichtig worden gestart, met nadruk op een correcte techniek.
-
Snelheidsontwikkeling blijft belangrijk.
Mentaal
-
Spelers leren omgaan met wedstrijdspanning en ontwikkelen meer langetermijndenken.
-
Een sterk groepsgevoel en clubidentiteit zijn belangrijk; binnen de groep kan ook leiderschap ontstaan.
-
Spelers worden kritischer en vergelijken zichzelf vaker met anderen.
-
Het besef van gezondheid en professionalisme groeit: voeding, slaap en zichzelf motiveren worden relevanter.
-
In de puberteit voelen spelers zich soms minder gemotiveerd of wat somber. Een positieve, stimulerende omgeving is essentieel.
-
Spelers denken abstracter, zoeken naar hun identiteit en autonomie. Geef hen verantwoordelijkheid op een niveau dat ze aankunnen.
Coaching en opleidingsaanpak
-
Trainingen vinden 2–3 keer per week plaats en duren 75–90 minuten.
-
Het programma combineert korfbalvaardigheden, tactiek en conditiecomponenten (uithouding, kracht, snelheid). Denk na over een geïntegreerde aanpak waarin deze elementen samenkomen.
-
Funbeleving blijft belangrijk. Vooruitgang en resultaten zijn waardevol, maar mogen het plezier in sporten niet in de weg staan.
-
Coaches werken aan veerkracht en teamcohesie (bijvoorbeeld leren omgaan met winst en verlies).
-
Mentale training krijgt meer plaats, met aandacht voor focus en het ontwikkelen van wedstrijdrituelen.